
Men beweert vaak dat schrijvers onpraktisch zijn, maar het ingrijpen van Percy Bysshe Shelley toen zijn geliefde dreigde dood te bloeden na een miskraam, vervult me met bewondering. Hij redde op 16 juni 1822 Mary’s leven door haar op ijs te laten zitten, hetgeen de bloeding stelpte en het voortdurende bezwijmen tegenging. En nu vraag ik me af – was dit een geniale inval van de dichter, of was het een techniek die vaker werd gebruikt bij miskramen? Ik had er in elk geval nooit eerder over gehoord.
Zeventien jaar later schreef Mary Shelley hierover in haar dagboek: “Twee keer in mijn leven geloofde ik dat ik stervende was. Mijn ziel leefde hoewel mijn lichaamsfuncties wegdeemsterden, daardoor kon ik de dood in het gelaat zien – & ik vreesde niet. Integendeel. Mijn gevoelen, die eerste en gevaarlijkste keer, was – ik ga niet naar een nieuwe schepping – ik betreed geen nieuwe wetten. De God die deze mooie wereld heeft gemaakt, (& ik bevond me toen in Lerici omgeven door de prachtigste vormen van de zichtbare schepping) maakte degene die ik zal betreden – hier is schoonheid en liefde – daar ook – & ik voelde me alsof mijn geest, wanneer hij mijn lichaam verliet, zou ontvangen en gesteund worden door een weldadige en zachte kracht. Ik was niet bang – veeleer had ik geen actief verlangen – ik had een passieve tevredenheid in de dood – Of de aard van mijn ziekte – verzwakking door bloedverlies zonder pijn, deze zielsrust veroorzaakte kan ik niet zeggen – maar zo was het – en het had het gezegende gevolg dat ik sindsdien nooit meer bang ben geweest voor de dood.”
Mary Shelley, The Journals of Mary Shelley 1814-1844. Volume II: 1822-1844, Oxford, 1987, p. 562 (aantekening van 5 oktober 1839. Vertaald door LH).