Ha, Bloomsbury. Een paar sublieme romans, een enkele dichtbundel, dagboeken en brieven, schilderijen en dan ook nog de economische theorieën van John Maynard Keynes. (Als kunstenaar bevriend zijn met Keynes betekende dat je hem kon vragen om je centen voor je te beleggen, wat hij met vrucht deed.) Een buurt in Londen en portretten in de National Portrait Gallery. Die dingen ontdek je het eerst. Vervolgens kan je biografieën beginnen te lezen van alle leden van deze avontuurlijke Londense groep kunstenaars. En als je geluk hebt, geeft iemand je op een mooie vrijdag een boek cadeau waarvan je niet wist dat het bestond. “Bloomsbury is beroemd om zijn intellectuele en artistieke verwezenlijkingen, om sprankelende, zij het scherpe gesprekken, en om een bevrijdend negeren van maatschappelijke en seksuele conventies.” In de jaren 1920, waarde lezers. Actueler dan ooit, zou ik zeggen, nu beelden van onthoofdingen, kruisigingen en slavenhandel circuleren, en leden van een bepaalde Vlaamse elite breeduit in de kranten verkondigen dat Game of Thrones gerust Shakespeare kan vervangen en dat kunstenaars parasieten zijn.
Deels kookboek, deels ideeëngeschiedenis en kunstgeschiedenis, is een betere combinatie eigenlijk denkbaar? En nu het tijd wordt voor een hapje van het een of ander, zie ik dat recept voor ronde toast met gebakken champignons en ansjoviscrème plotseling wel zitten. Het recept hoort bij het hoofdstukje over de filosoof G.E. Moore. ” ‘Goede’ gemoedstoestanden en de ethische zoektocht van het individu naar waarheid en geluk waren uiterst belangrijk voor Moore, en deze ideeën legden de basis voor de Bloomsbury groep.”
Leuk! Afgelopen zomer waren we in Charleston House, woonplaats van Vanessa Bell, Duncan Grant en anderen. Daarvoor waren we in Monkshouse, thuishaven van Virginia Woolf. Prachtige huizen, mooie geschiedenissen. En het Bloomsbury Cookbook? Dat staat nu ook bij ons in de kast!
Ik wist niet van het bestaan van het boek, ben er zeer blij mee en heb al enkele recepten aangeduid om uit te proberen…