Een vriendin stuurde me een foto uit Saint-Malo, en maakte een mooie dag nog mooier.
“Ik was de laatste van tien kinderen. Waarschijnlijk dankten mijn vier zussen hun bestaan aan mijn vaders wens om zijn naam voort te zetten door de komst van een tweede zoon; ik was weerspannig, ik had een afkeer van het leven. … Mijn ouderlijk huis lag in een donkere, smalle straat van Saint-Malo, Jodenstraat genaamd: het huis is heden ten dage een herberg. De kamer waar mijn moeder beviel ligt boven een verlaten gedeelte van de stadsmuren, en door de vensters van die kamer ziet men de zee die zich voorbij de horizon uitstrekt en breekt op de klippen.”