We betraden het terrein en hoorden een engelenstem: Cécile McLorin Salvant. Ze klonk als Ella Fitzgerald en als zichzelf en ze bracht in haar set een enkel Frans chanson, van Barbara, dat me deed verlangen naar meer. Aangezien er weinig is waarin ik meer geloof dan dat men kunstenaars moet steunen, kocht ik meteen een CD van haar, Woman Child. Hierop vertolkt ze ook een Frans gedicht Le front caché sur tes genoux… Volg die vrouw!
Maar we dwaalden over het natte gazon voor een van de slechts twee dokters op deze wereld die me gelukkig maken: Dr. John (de andere is Hook). Eigenlijk kon ik maar amper geloven dat de voodoomeester zich op hetzelfde adres bevond als ik. Hij begaf zich fragiel naar zijn diepblauwe vleugelpiano en deed bepaald geen moeite om het publiek op te vrijen, wat ik waardeerde. Zijn fraaie solo’s gingen onopgemerkt voorbij, het publiek beloonde alleen de blazers (met uitstekende Belgische inbreng). Maar The last of the best liet de zon in het water schijnen, gromde even meeslepende als laconieke bindteksten en voerde de zaal doeltreffend naar een apotheose – ingeleid door Cécile McLorin, die When the saints met hem zong. Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, inderdaad.
En ja, er was een bonus. Dr. John speelde muziek van Louis Armstrong, dus ik had niet durven te hopen dat ik een van mijn lievelingsliederen uit zijn eigen repertoire zou horen. Hij bracht het toch. Such a night! Hij moet wel gedacht hebben: de dames houden ervan, dus hey, waarom niet. Geluk is per slot van rekening helemaal niet zo moeilijk.
een swingend verslag – heel aanstekelijk!
Het was de eerste keer dat ik op Jazz Middelheim vertoefde. heel prettige, gemoedelijke sfeer in een bourgeois kader (kraampjes met lekker eten), naast een gotisch spookhuis en met een verdwaalde, spierwitte David van Michelangelo ergens in een zompige wei verderop. Kom dat tegen!