Voor de laatste maal sleep ik mezelf de torentrap van het Tabularium op om een referentie over Bruegel te controleren. Voor de laatste maal, hoop ik, wegen mijn laarzen als lood, voor de laatste maal maak ik een beverige foto.
Maar eenmaal in de leeszaal voor kostbare werken, turend in een boekje dat lang geleden gedrukt werd in de Antwerpse Wolstraat, vind ik eindelijk de passage terug waaraan ik al drie jaar loop te denken en die ik niet meer kon localiseren. Mijn overvoerde geheugen blijkt toch nog te functioneren. Dolblij wandel ik naar buiten.
Ja, dat maakt je blij. Ik herken het helemaal, Leen. Eind goed, al goed.
Dank je Corine! Ik begon de laatste tijd toch echt aan mijn geheugen te twijfelen, en nu ben ik het dankbaar. Maandag gaat de zetproef naar de uitgeverij.
de foto doet me duizelen, ik stel me een wenteltrap voor, slingerend opstijgend naar de hogere regionen der kennis.
Gefeliciteerd alvast met het bijna-gedrukte boek! Ik kijk er naar uit het “weldra” in de boekhandel te vinden.
Dag Flâneur, de gecorrigeerde zetproef is net verstuurd.
Het is inderdaad een slingerende wenteltrap en je ziet dat ikzelf van vermoeidheid ook wat slingerde. De smeedijzeren deur vind ik wel mooi.
Nu – ja, wat nu?
Hartelijke groet, Leen