
“The painting was made in the first part of the seventeenth century by Georges de La Tour, a native of Lorraine. It bears a resemblance to the Dutch candle-light pictures of the time. Its colours and organisation are superb. It is extremely simple, and like so much great art of the past, surprisingly modern. […]
Job’s wife, tall, sweet-faced, with the intimation of a beautiful body inside the large, tent-like case of her firm clothes, bending, long-necked, solicitous over Job. It is night, it is winter; Job’s wife wears a glorious red tunic over her dress.”
In Muriel Sparks roman The Only Problem draait alles rond dit schilderij, dat simpelweg in een provinciaal museum hangt en toch invloed uitoefent. Harvey Gotham schrijft een boek over het bijbelse personage Job en het probleem van het kwaad in de wereld – het enige probleem volgens hem, wanneer het aldus wordt geformuleerd: hoe kan een goede God het kwaad gedogen? Harvey woont in Frankrijk en bezoekt regelmatig het museum van Epinal om dit schilderij te zien. De manier waarop de schilder het tafereel uit het boek Job heeft weergegeven fascineert hem: uit de bijbeltekst zou je immers kunnen afleiden dat Job bespot wordt door zijn vrouw. “Of course, the painter was idealising some notion of his own; in his dream, Job and his wife are deeply in love.”
Hoewel Muriel Spark erg onder de indruk was van dit schilderij, heeft ze het toch pas beschreven nadat het bewerkt was door haar geheugen. “Both are in their early prime, a couple in their thirties (indeed, their recently-dead children were not yet married).” Jobs vrouw ziet er inderdaad jong uit; maar wie kijkt naar Jobs borst en bovenarmen, merkt dat hij ouder is. Zo gaat het vaak, wanneer een schrijver zich een schilderij herinnert.
Voorts is dit een lichtvoetige en bliksemsnel afgehandelde vertelling over terrorisme.
Muriel Spark, The Only Problem, Penguin Books, 1995, p. 76-78.
Zie ook Stuck In A Book en Harriet Devine’s Blog