Enkele jaren geleden zag ik deze foto voor het eerst. Amerikaanse en Poolse officieren tonen De dame met de hermelijn van Leonardo da Vinci, door de nazi’s geroofd uit Krakau en na de oorlog teruggevonden in de beruchte zoutmijn van Altaussee, in de Oostenrijkse Alpen. Deze officieren hebben er in 1946 voor gezorgd dat het schilderij naar het Czartoriskymuseum kon terugkeren. De foto schokte me. Plotseling besefte ik wat een kostbaar kunstwerk eigenlijk is: in dit geval, een paar planken met verf erop.
De Amerikaanse president had al in 1943 een groep experts bijeengebracht die informatie verzamelden over door de nazi’s in Europa geroofde kunstwerken en die in 1944 de oceaan overstaken om deze kunstschatten niet alleen te vinden, maar ook terug te bezorgen aan de rechtmatige eigenaars. De experts werden de Monuments Men genoemd (hoewel er ook vrouwen meewerkten). Nu ik wat meer over hen opzoek, stuit ik op dit pakkende beeld: de herontdekking van het middenpaneel van het Lam Gods, eveneens in Altaussee. Let ook op de achtergrond.
Het doet me groot plezier, dat vooraanstaande Belgische kunsthistorici (Frans Baudouin, Leo Van Puyvelde, Raymond Lemaire, om er slechts enkele te noemen) deel uitmaakten van de Monuments Men.
Het boek “The Rape of Europe” beschrijft op zeer boeiende wijze het gehannes met de kunstwerken in de Tweede Wereldoorlog, en het goede werk van de Amerikanen toen. Ik vind het nog altijd zeer prachtig dat al twee jaar voor het einde van de oorlog (toen dat einde nog lang niet zeker was, denk ik) al voorbereidingen gemaakt werden voor het redden van de kunstschatten. Daarom, dit wetende, was ik ten zeerste ontgoocheld toen bleek dat bij de Iraakse invasie er helemaal geen voorbereidingen genomen waren voor de Iraakse kunstschatten (en het museum en de archieven dan ook geplunderd konden worden). Men leert niet altijd uit de geschiedenis, en zeker niet uit de successen…
Inderdaad, nu u het zegt, dat is vreemd. Zou het afhangen van president tot president? Ik blijf het antwoord schuldig.