Het was lang geleden dat ik nog eens een oud boek kocht. O, leren band met goudstempeling! O, gemarmerde dek- en schutbladen! O, ex-libris van iemand anders! O, gesprenkelde snede! O, zijden leeskoord! Ik kan me zo voorstellen dat een jongen van honderd jaar geleden dit reisverslag van een Franse missionaris als een meeslepend avonturenverhaal heeft gelezen.
“Gedurende de korte periode van onze voorspoed in Lhasa, gingen wij ook vrij gemoedelijk om met de Chinese ambassadeur Ki-Chan. Hij ontbood ons twee of drie keer om over politiek te praten, of, naar de Chinese zegswijze, om vluchtige woorden te spreken. Het verbaasde ons dat hij zo goed op de hoogte was van Europese aangelegenheden. Hij sprak veel over de Engelsen en koningin Victoria. – Het schijnt, zei hij, dat die vrouw zeer bekwaam is; maar volgens mij moet haar echtgenoot een belachelijke rol spelen; zij houdt hem overal buiten. Ze heeft een prachtige tuin voor hem laten aanleggen, met alle mogelijke fruitbomen en bloemen, en daar is hij voortdurend opgesloten en slijt hij zijn leven in wandelingen … Men beweert dat er in Europa nog meer koninkrijken zijn waar vrouwen regeren. Is dat waar? En zijn hun echtgenoten ook opgesloten in tuinen? Bestaat dit gebruik ook in Frankrijk? – Nee, in Frankrijk zitten de vrouwen in tuinen en de mannen nemen de zaken waar. – Kijk, dat is verstandig: anders handelen, dat is chaos. ”
E. Huc, Souvenirs d’ un voyage dans la Tartarie, le Thibet et la Chine pendant les années 1844, 1845 et 1846, Doornik, 1850, p. 335-336. (Antiquariaat Procopius, Leuven)
o, dat papier!
en wat een amusant fragment – vermeend verstandige heren die vluchtige woorden spreken….
En hij spreekt er nog veel meer – er zal nog een citaat volgen 🙂