Vanavond wordt het boek Landlopers van Toon Horsten aan het publiek voorgesteld op de meest toepasselijke plaats: de voormalige boerderij van Wortel-Kolonie. Landlopers belicht tweehonderd jaar sociale geschiedenis in België en maakt ook vele herinneringen los, vermits ik opgroeide in Wortel-Kolonie, een groene long, en Merksplas-Kolonie, een “utopisch dorp” volgens een architect die de site heeft bestudeerd. De Kolonies waren lang een wat obscuur onderwerp, letterlijk gesitueerd aan de rand van het land, waarover men informatie bij elkaar moest sprokkelen in negentiende-eeuwse rapporten en licentiaatsthesissen. Dankzij dit meeslepende boek is dat niet langer nodig. Al lezend verneem ik veel boeiende, soms verbijsterende zaken en trekt ook een stoet personages uit Almanak weer voorbij.
Vandaag zijn er nog altijd van die “landlopers” die bij het dorpsbeeld passen. Ze leven van het minimumloon (woord van minister Vandelanotte), en hebben hun beste vriend, de hond, steeds bij zich. Zoeken soms een gelijkgestemde ziel op, om een pint te gaan drinken. In de grootwarenhuizen gaan ze zich warmen. Hun hond blijft buiten, vastgemaakt aan het fietsenrek. Het zijn echte vrijbuiters. Bezetten de proefstandjes tot ze worden weggezonden door een winkeldedective, die hen al kent. Het zijn kleurrijke figuren, zo weggelopen uit de boeken van Ernest Claes. De laatste Wannes Raspen.
Inderdaad Werner; het woord afschaffen is niet hetzelfde als de mensen afschaffen.
Het boek roept vele beelden op uit mijn jeugd toen ik bij mijn grootouders ging logeren die in Wortel Kolonie woonden…
Zo is het ook voor mij – als kind logeerde ik elk weekeinde op Wortel-Kolonie.