
Jean d’Ylen, die ook uitstekend werk voor de promotie van Spa leverde, verbeeldt hier hoe schrijvers zich zouden willen voelen.
Dit is ze dan, Geneviève d’Urfé, de vrouw om wie alles hoogstwaarschijnlijk draaide in de geruchtmakende moord op haar echtgenoot, hertog Charles-Alexander van Croy. Hij werd neergeschoten in zijn stadswoning op de avond van de negende november 1624 en vier dagen later begraven in de Kapellekerk. Ik verheug me erop om morgen de verschillende locaties van het gerechtelijk onderzoek te verkennen, de Ursulinenstraat waar het stadspaleis van de Croys stond, de Hoogstraat, de Sint-Annastraat bij de Zavel.
– maar aardige jongens. “Vrouwen verzamelen niet, mannen wel,” zei J. Ik wilde nog protesteren, wat met mijn immer groeiende collecties boeken, prenten, affiches? Maar op de speelgoedbeurs in Malle zag ik de relatieve waarheid van zijn stelling in. Miniatuurtreinen, miniatuurauto’s, miniatuurvrachtwagens. Blije heren. De aanblik was beklijvend, want vandaag bekeek ik elk voertuig op de weg als een uitvergrote Dinky Toy of Lesney, elke bouwvakker met helm als een reusachtig Playmobilfiguurtje, elk vliegtuig in de lucht als een gemonteerde Airfix.
Je suis snob – encore plus snob que tout à l’heure; on n’est pas là pour se faire engueuler, on est là pour voir le défilé; ah, Gudule; je bois – systématiquement! Terwijl de briljante teksten van Boris Vian weerklinken, verdiep ik me dankzij Google nog eens in zijn wonderlijke uiterlijk. Dat is namelijk één en al verrassingseffect – wat, iemand die er voor honderd procent uitziet als een stijve hark en een ultrakeurige ingenieur van goeden huize, en dat zou dan een jazzkenner en onvermoeibare grappenmaker zijn? Veel beter kun je het niet krijgen. En zo stuit ik op het werk van twee Tsjechische poppensnijders.
In Leuven sluiten handelszaken aan een griezelig tempo, en nu houdt ook de mooie boekhandel Procopius ermee op. Tot eind november kunt u er nog terecht voor het aantrekkelijke interieur, mooie kunstboeken, bijzondere antiquarische vondsten, veel Dante en mogelijk een incunabel of twee. Haast u!
Telefoon. Nog meer slecht nieuws? Nee, een zonnestraal breekt door novemberwolken. Dat mag ook al eens. Gul biedt iemand me het volledig werk van Vondel aan, in zeven prachtig geïllustreerde delen, met zelfs – finishing touch – uitvouwbare prenten. Ik trek laarzen aan om de eerste delen te gaan ophalen. O, een taalfestijn voor jaren. En hier, een beschrijving van meisjesgeluk.
Slaapje op dons van witte zwaantjes?
Leckje muskadelle traantjes?
Hou je een ongemeenen stijl?
Leghje in schim van koele boompjes?
Droom je daar geen ander droompjes
Als van suijcker, uit Brezijl?
Zwem je in lachjes, en genughjes?
Leeft uw geest in zoete kluchjes?
Springt uw zieltjen in uw lijf?
Erfje niet als heil, en zegen?
Ben je juist van pas geregen,
Niet te los, noch niet te stijf?
Vondel, Beeckzang aen Katharine, in De Volledige Werken, bezorgd door H.C. Diferee, deel 1, Amersfoort, 1929, p. 486-487.
De maandagse ruitenjurk, gemaakt door AVe. Het internet wemelt van blogs over outfits, laat ons tenues blijven zeggen, maar daartussen treft men ook wel eens een amusant geheel van vestimentaire volkskunde aan: http://www.flickr.com/groups/whatiworetodaydrawings/. En dat herinnert me dan weer aan de dagboeken van de Brussels-Brugse surrealiste Rachel Baes, die jarenlang nauwkeurig schetste hoe ze zich uitdoste.
Goed oogbedrog vind ik onweerstaanbaar. Deze trompe l’oeiljurk van Antoni & Alison dus ook. Misschien morgen toch maar een ruitjesjurk uit de kast halen; helaas geen trompe-l’oeil print, slechts eerlijk weefsel.
Een citaat uit het kasboek van Waltman Van Dyck, al eerder op deze blog aangehaald:
“In Januario 1650 ontfanghen van myne suster Susanna Van Dyck beggyntien tot Antwerpen de somme van ses hondert en vyftich guldens tot eene almoesse ende dat voor onse ouders ende onse suster Cornelia Van Dyck oock beggyntien in haeren leven, als mede onsen Broeder Anthonio Van Dyck, sielen, op dat de selve deelachtich soude mogen wesen vande H.H. Sacrificien ende gebeden die in dat capelleken sullen geschieden in alle toecomende tyden.” Wie in deze afgelegen kapel een kaars zou branden, herdenkt dus meester Antoon Van Dyck. Kunsthistorische pietas.
Foto via Erfgoedbank Hoogstraten; cfr. L. Huet, Een barok kleinood op een Kempense akker, in Vreemd gebouwd. Westerse en niet-westerse elementen in onze architectuur, o.l.v. S. Grieten, Brepols, Turnhout, 2002.
Het zijn best mooie feesten voor historici, Allerheiligen en Allerzielen. Feestdagen instellen voor verbondenheid met markante en onopvallende mensen uit het verleden, dat is eigenlijk de historische praxis algemeen denkbaar maken. De rest – de foto’s van grootouders op de schouw en de biografieën van Marie-Antoinette op mijn boekenrek – vloeit eruit voort.
En wat staat daar op die postkaart? “Lieve Papa en Mama, ik ben goed gezond en zijn hier gaarne…” Een glimlach.