
“Op 6 november 1812 gaf de thermometer achttien graden onder nul aan: alles verdwijnt onder het universele wit. De soldaten zonder schoenen voelen hun voeten afsterven; hun paarse, verstijfde vingers lossen het musket, waarvan het metaal hen brandt; hun haren staan rechtop van rijm, hun baarden bevriezen door hun adem; hun schamele kleren veranderen in kazakken van ijzel. Ze vallen, de sneeuw bedekt hen; op de grond vormen zij kleine sleuven van graven. Men weet niet meer in welke richting de rivieren stromen; men moet het ijs breken om zich te kunnen oriënteren. Verdwaald in de vlakte vuren de diverse legereenheden bataljonsalvo’s om elkaar te roepen en te herkennen, zoals schepen in nood hun kanonnen afvuren. Hier en daar rijzen dennen op, veranderd in onbeweeglijke kristallen, de kandelaars van deze begrafenisplechtigheid. Raven en roedels witte zwerfhonden volgen van op afstand deze terugtocht van kadavers.”
De gruwel van de Russische veldtocht van Napoleon werd me nooit eerder zo duidelijk. Les sapins changés en cristaux immobiles s’élèvent ça et là, candélabres de ces pompes funèbres… Wat een zin! Ga ik rommelen in de commode met familiepapieren, dan vind ik vermoedelijk nog wat info over die ene voorvader die met hem meetrok. En blijkbaar terugkeerde.
Niet dankzij Napoleon. Op een bepaald ogenblik hield hij het in Rusland voor bekeken en vertrok per slee met een escorte naar het Westen.
Chateaubriand, Mémoires d’outre-tombe, boek 21, hoofdstuk 5 (vertaald door LH)
zeer beeldend, om van te huiveren. (en een prachtige nederlandse tekst ook)
En in 1814 was het dus de eerste keer afgelopen met Napoleon, zijn bondgenoten konden zijn tactiek in Rusland niet verteren; maar dat herdenken we niet, geloof ik.
schitterend geschreven, je voelt de koe, de pijn ….
de kou dus 🙂 veel koeien zullen er daar niet gelopen hebben 🙂
Nee, ze zouden ook niet veel overlevingskansen hebben gehad, die koeien, wanneer er zoveel uitgehongerden passeren. Op het schilderij ziet men wel de raven.