Enkele buitenlandse karikaturisten

Pieter Bruegel, De grote vissen eten de kleine, Metropolitan Museum, New York
Pieter Bruegel, De grote vissen eten de kleine, Metropolitan Museum, New York

Je suis Charlie, je reste Charlie, kopt La Libre Belgique vandaag. Ooit stond Pieter Bruegel bekend als karikaturist. Daarom hieronder een fragment uit mijn volgende boek. De laatste zin, van Conrad Busken Huet, vind ik nu vooral behartenswaardig.

“In Frankrijk hield de alerte prentenverzamelaar Pierre Jean Mariette echter de belangstelling en waardering voor Bruegels tekeningen en prenten levendig. Daardoor kon Charles Baudelaire, zoals vele dichters een goede kunstcriticus, Bruegel in 1868 vermelden in zijn essay Quelques caricaturistes étrangers. In dat essay verkeert Bruegel in het ietwat onverwachte, maar uitstekende gezelschap van William Hogarth en Francisco de Goya. “De zotheden van Brueghel le Drôle maken duizelig. Hoe heeft een menselijk verstand zoveel duivelse taferelen en wonderen kunnen bevatten, zoveel beangstigende absurditeiten kunnen voortbrengen en beschrijven? Ik kan dit niet begrijpen noch er duidelijk de oorzaak van aanwijzen; maar dikwijls vinden wij in de geschiedenis, en zelfs in meer dan een deel van de moderne geschiedenis, het bewijs van de onmetelijke kracht van besmettingen, van vergiftiging door de morele atmosfeer, en ik kan me niet weerhouden op te merken (maar zonder aanstellerij, zonder pedanterie, zonder welomlijnd oogmerk zoals bewijzen dat Brueghel de duivel in persoon heeft gezien) dat deze miraculeuze bloei van monsterlijkheden op de meest zonderlinge wijze samenvalt met de beruchte en historische epidemie van hekserij. “
De Nederlandse schrijver Conrad Busken Huet, die een goed deel van zijn leven in Parijs doorbracht, publiceerde in 1879 Het land van Rubens, een cultureel verslag van een bezoek aan België. De titel vertelt ons heel wat: Huet keek onderweg vooral naar schilderijen van Vlaamse Primitieven en van Rubens. Toch vermeldt hij eenmaal, terloops, Pieter Bruegel de Oude, zij het uitsluitend in de context van zijn nazaten, met name zijn aangetrouwde kleinzoon David Teniers II. “In Teniers herleven drie generatien van Bruegels, voorafgegaan door Jeronimo Bosch.” Zoals zijn stamvader schilderde Teniers helse taferelen, bij voorkeur in de gedaante van Bekoringen van Sint-Antonius. “Bij de schilders van Zuid-Europa heeft de voorstelling van het duivelse, hoewel zij in Dante’s Hel aanleiding genoeg vonden, zich nooit in een humoristisch kleed gehuld. Het is een eigenaardig vlaams verschijnsel. In elk geval is er zekere mate van geestkracht nodig, om het verschrikkelijke zich bij voorkeur in de gedaante van het potsierlijke te kunnen denken. “

6 gedachtes over “Enkele buitenlandse karikaturisten

  1. Dat doet me denken aan een getuigenis die ik gisteren op de radio (France Inter) hoorde. Het ging over hoe leerkrachten in de Parijse scholen probeerden om te gaan met de weerstand van moslim leerlingen tegen de verplichte minuut stilte (na de aanslagen van een jaar geleden) en het soms opgedrongen je-suis-charlie-gedoe. Een school heeft daarop een project rond Jeroen Bosch gedaan. Ik ken er de details niet van maar ik vond het een fantastisch idee. Zolang er zulke creatieve leerkrachten rondlopen, is er hoop. Kunst kan dus toch de wereld redden.

    1. Ja, dat is creatief. Ik kan me wel iets voorstellen bij ‘opgedrongen je-suis-charliegedoe’, tegelijkertijd vind ik dat het geen steek houdt om te zeggen: ik ben gelovig, dus ik verafschuw Charlie Hebdo en ik word er door beledigd. Net als Chateaubriand denk ik dat de vrijheid van de pers van levensbelang is.

  2. Deze tekening vond ik terug in een boek “Pieter Brueghel” uit de reeks “meesters der schilderkunst” van Lekturama…Deze zou duidelijk geïnspireerd zijn door Hieroymus Bosch omdat dit blijkbaar op de gravure vermeld staat. “Hieronymus BOS inuentor”.(1556) Niet verwonderlijk vermits hij samenwerkte met de uitgever Hieronymus Cock, wiens atelier zich in het huis “In de vier winden, Gildekamersstraat 4 te Antwerpen bevond. Deze heer Cock had een grote bewondering voor Jeroen Bosch, waardoor het niet verwonderlijk lijkt dat Pieter Brueghel er via de samenwerking met dhr Cock geïnspireerd wordt door Jeroen Bosch? Het enige wat ik momenteel als vergelijkbaar onderwerp bij Jeroen Bosch vind is een vissersbootje dat op het middenpaneel van de “Triptiek van het laatste oordeel” links bovenaan te vinden is. Maar of dit als inspiratie gediend heeft voor deze tekening sterk de vraag?

    Proficiat alvast met het beëindigen van het boek.

    1. Dank u Greta. Omstreeks 1550 was er inderdaad een ware Boschrevival aan de gang in Antwerpen en Mechelen, en verschillende kunstenaars maakten werk ‘naar’ de oude meester, pastiches, noem het hoe je wilt. De vraag bleef waarschijnlijk toch nog groter dan het aanbod.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s