Goede raad van Descartes

Uit een brief van René Descartes aan Elisabeth van de Palts, geschreven in Egmond in mei of juni 1645:

“Hier valt mijns inziens gemakkelijk het verschil op te merken tussen het verstand enerzijds en de verbeelding en de zintuigen anderzijds. Dit verschil houdt volgens mij in dat iemand die voor het overige alle reden zou hebben om tevreden te zijn, maar die voortdurend zou kijken naar voorstellingen van tragedies waarvan alle bedrijven vervuld waren van onheil, en die zich zonder ophouden zou bezighouden met al wat treurnis en medelijden oproept, ook al zou zo’n persoon weten dat het allemaal voorgewend en denkbeeldig was, zodat de tranen in zijn ogen opwelden en zijn verbeelding erdoor ontroerd werd zonder dat zijn verstand werd geraakt, dan nog alleen daaraan genoeg zou hebben, volgens mij, om bij het hart de gewoonte aan te kweken ineen te krimpen en zuchten te slaken […]. En andersom, mensen die eindeloos veel werkelijke redenen tot verdriet zouden hebben maar die zich er zo zorgvuldig op zouden toeleggen hun verbeelding daarvan af te wenden dat ze er alleen maar aan zouden denken als de feitelijke noodzaak dat vergde, en de rest van de tijd uitsluitend zouden besteden aan een beschouwing van al wat tevredenheid en vreugde aan hen kan verschaffen, zouden daar niet alleen veel profijt van kunnen trekken door zich op die manier een gezonder oordeel te kunnen vormen over zaken die voor hen van belang zijn […], het lijdt voor mij geen twijfel dat alleen een dergelijke instelling zulke mensen weer gezond zou kunnen maken.”

Woorden om over na te denken. Zijn we niet allemaal mensen geworden die “voortdurend kijken naar voorstellingen van tragedies waarvan alle bedrijven vervuld zijn van onheil”? Eens flink vasten van nieuws kan een bevrijding zijn.

Op het bovenstaande portret door Frans Hals, bewaard in het Louvre, ziet Descartes er bijzonder Gallisch uit. Nu ik eindelijk weer eens zijn boeken ter hand neem, verrast het me dat deze Gallische denker par excellence een groot deel van zijn leven in Holland doorbracht. Het verrast me ook, en het vermaakt me een beetje, dat deze grote rationalistische filosoof graag tot ’s middags in bed lag, om rustig na te denken. En dat hij vervolgens verhuisde naar het hof van de koningin van Zweden, die van hem eiste dat hij haar elke ochtend om 5 uur in de bibliotheek van het paleis zou onderwijzen. Descartes’ gezondheid begaf het, onder dit Spartaanse uurrooster en de koude.

René Descartes en Elisabeth van de Palts, Briefwisseling, ingeleid door R. Gude, vertaald en van een nawoord voorzien door J. Holierhoek, Amsterdam, 2000, p. 65-66.

6 gedachtes over “Goede raad van Descartes

  1. Inderdaad woorden om over na te denken. Ik ben vooral benieuwd naar wat er voorafgaat aan deze passage.

    1. Het ging erover dat de prinses in de put zat en Descartes haar probeerde raad te geven om haar gedachten te verzetten. Hij vertelde dat hijzelf een heel zwakke gezondheid had gehad, tot zijn twintigste, omdat zijn moeder depressief gestorven was dertien maanden na zijn geboorte; maar dat hij zichzelf gezond(er) had gemaakt door telkens het goede en het voordelige te zoeken in de vervelende zaken die hem overkwamen. Het was een geestelijke discipline om sombere gedachten in bedwang te houden. En hij raadt in dezelfde brief ook het drinken van Spa aan. Wat ik nu even ga doen!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s