
’s Morgens kijk ik door het venster. Dan zie ik bijvoorbeeld een haas voorbijwandelen op de kasseien. Een groot, schonkig beest, gebouwd voor nervositeit en toch rustig. Hij zal zich veilig voelen in de tuin. Of ik zie drie zilverreigers in de wei. Eén keer twee ooievaars, hier nooit eerder opgemerkt. Een boomklever die ondersteboven langs een stam naar beneden trippelt. Ga ik naar buiten, dan hoor ik plotseling tien keer meer vogelgezang dan de afgelopen weken. Zijn de koperwieken neergestreken? En de donzige knoppen van de kleine magnolia, die lijken op kuikens.
Naast het kapelletje ligt dan weer een condoom.
He, dat laatste bederft dan weer het beeld van die prachtige natuur hé Leen. Het bederft het machtige beeld van Gods mooie en perfecte schepping.
Ik heb natuurlijk ook liever dat mensen geen persoonlijke spullen achterlaten, Rita. In elk geval was het er, net zoals alle andere zaken die ik zag.
Ik vind het laatste beeld net een mooie collage vormen met de andere beelden ;).
Het behoort in elk geval tot dezelfde ochtendwandeling (behalve de heel zeldzame ooievaars, die ik vorige week zag).